zondag 31 mei 2009

Bring it on!

Volgens het AVRO-programma 'Zóóó 30' zit ik er middenin, maar ik blijf gewoon stug ontkennen: het (ik krijg het bijna niet uit mijn toetsenbord) dertigersdilemma. Grote onzin, natuurlijk heb ik daar geen last van! Ik ben nog lang geen 30 en heb ook helemaal geen last van welk dilemma dan ook.

Alhoewel...

Nietsvermoedend keek ik vrijdagochtend in de spiegel om mijn haar in de krul te kneden met wax van de kapper dat ruikt naar snoepjes. Vrolijk voor me uit fluitend, klaar voor een nieuwe dag als energieke twintiger. Tot ik het zag: een rimpel. Een r-i-m-p-e-l! En geen guitig lachrimpeltje bij mijn mond of semi-intelligente fronsrimpel op mijn voorhoofd. Nee, De Rimpel staarde me aan vanuit mijn decolleté. Het vrolijke fluiten stopte acuut en het lachen was me vergaan. Ik hoopte nog heel hard dat het gewoon een slaapvouw was. Helaas zat De Rimpel er 's middags nog gewoon, in al zijn rimpelige glorie.

In een klap heb ik een grote stap richting het dertigersdilemma gemaakt. Maar zo gemakkelijk geef ik me niet gewonnen. Ondanks de bemoedigende woorden van verschillende vriendinnen dat De Rimpel echt nauwelijks te zien is en dat ik me niet zo moet aanstellen, bereid ik me voor op de tegenaanval. Vanaf nu zal geen rimpel me meer ongemerkt besluipen. Het wordt tijd voor het grote-anti-rimpel-plan.

Voor dit plan zal ik uitgebreid alle opties om rimpels te lijf te gaan minutieus in kaart brengen. Uit de zon blijven (ik blijf toch altijd even wit), intensieve huidmassages, crèmes, acupunctuur, yoga, meer water drinken, veel fruit eten, op gewicht blijven. Ik ga het allemaal proberen. We zullen nog wel eens zien wie het laatst lacht: ik of De Rimpel.

Bring it on!

dinsdag 26 mei 2009

Ahkoetsjiekoetsjiekoe

Katten hebben op mij dezelfde uitwerking als baby's en kleine kinderen. Bij mijn eigen katten is dat niet anders. Hele gesprekken voer ik met Gilles en Hobbes. Een gesprek voeren met mijn katten vind ik nog tot daar aan toe, dat is een eigenschap (of eigenaardigheid, zo u wilt) die vele kattenbezitters zullen herkennen. Maar het hoge stemmetje dat ik opzet zodra ik een kattenconversatie start, begint nu zelfs mij te irriteren.

Zo vraag ik vaak op hoge toon aan een voorbij wandelende Hobbes wat hij aan het doen is. Het leuke is dat hij ook nog terugmiauwt. Iets waar een fanatiek kattenliefhebster erg enthousiast van wordt. Maar op deze manier houdt hij mijn afwijking wel in stand. Op elke vraag die ik stel, reageert hij heel spontaan. Hierdoor sta ik soms minutenlang met een hoog kinderachtig stemmetje tegen mijn kat te piepen.

Erg diepgaand zijn onze gesprekken niet. Misschien neemt Hobbes me ook al lang niet meer serieus door dat hoge stemmetje. Ik betrapte hem er laatst op dat hij zijn wenkbrauw optrok. En gisteren kapte hij ons gesprek over zijn plekje in de zon wel erg snel af door zijn kop resoluut af te wenden.

Ik heb me nu dan ook voorgenomen om te werken aan het voeren van een volwassen conversatie met mijn katten. Zij zijn tenslotte ook geen kitten meer. In vervolg zal ik op normale toon met ze praten. Ik ben erg benieuwd hoe Hobbes denkt over de situatie in Afghanistan.

zaterdag 23 mei 2009

Hamsteren

Al zes jaar woon ik onder dezelfde buurman. Zijn naam ken ik niet, maar in de loop van de jaren ken ik wel al zijn eigenaardigheden. Mijn bovenbuurman is namelijk een beetje vreemd. En dan is 'beetje' eigenlijk nog te zacht uitgedrukt.

Zo slaapt de bovenbuurman nooit. Tenminste, niet 's nachts. Hoe laat ik ook thuiskom, altijd brandt er licht. Nu zou het kunnen dat hij bang is in het donker, ware het niet dat hij 's nachts altijd aan het slepen is met spullen. Zijn flat is precies even groot (klein) als die van mij, dus je zou zeggen dat hij na zes jaar wel eens uitgesleept is. Maar nee, de bovenbuurman heeft van slepen met spullen zijn persoonlijke missie gemaakt.

En spullen om mee te slepen heeft hij genoeg. Zijn hele flat staat van boven tot onder en van links tot rechts vol met tapijtjes, televisies, lampjes, verfblikken, vaatwassers, wasmachines, kinderfietsstoeltjes, skateboards, kastjes en nog 1001 andere dingen. Om alles goed kwijt te kunnen, heeft hij een soort zolderverdieping in zijn gang gefabriceerd. Ook die verdieping is volgestouwd met spullen, net als zijn balkon en zijn schuurtje beneden in de kelder. De deur van dat schuurtje kan een heel klein stukje open: tot aan het plafond staat het vol.

Misschien is de bovenbuurman zo'n ziekelijke hamsteraar die je wel eens in documentaires voorbij ziet komen: mensen die niets kunnen weggooien en bijna uit hun eigen huis gedrukt worden door de berg spullen die ze verzameld hebben. Maar laatst zag ik de bovenbuurman af en aan rijden met zijn auto: hij was een behoorlijke voorjaarsschoonmaak aan het houden. Gisteren bleek dat deze opruimactie alleen bedoeld was voor een verse lading rotzooi, waaronder nóg een wasmachine.

Het niet slapen, de nachtelijke sleeppartijen en het wonen tussen zoveel spullen en evenzoveel stofnesten blijken een aanslag op de gezondheid van de bovenbuurman. Zo verblijdt hij mij op de meest ongewenste tijden op zeer frisse geluiden. Net wanneer ik een hap magere yoghurt met muesli naar binnen wil werken, hoor ik hem rochelend en kokhalzend boven de toiletpot hangen. En dat doet hij niet af en toe, maar wekelijks. Aangezien ik nogal visueel ingesteld ben, vergaat mijn eetlust me dan meteen.

De bovenbuurman zorgt voor meer geluiden dan alleen het bonken van meubels of het rochelen boven de pot. Hij heeft er ook een handje van om telefoongesprekken met familie in Verweggistan op volumestand 'extreem luid' te voeren. Ik vind het toch altijd een beetje zielig wanneer ik hoor dat hij 20 keer probeert te bellen en er niemand opneemt. Het harde 'tuut-tuut-tuut' is niet te missen.

Toch is het niet alleen maar kommer en kwel met de bovenbuurman. Buiten al zijn eigenaardigheden om, is het een heel vriendelijke man. Hij groet altijd en houdt de centrale deur beleefd voor me open. En dankzij de zesjarige training in nachtelijke geluiden, slaap ik bijna overal doorheen.

woensdag 20 mei 2009

Volvo: hollen en stilstaan

Weilanden met grazende koeien, schapen en schattige lammetjes schieten voorbij aan de oude Volvo 440 waar ik samen met vriendin M. en M. in zit op weg naar Holwerd. Druk kletsend verheugen we ons op het weekendje Ameland dat we voor de boeg hebben. Ik zit voor de verandering eens relaxed voorin naast de bestuurder. Normaal gesproken betekent dit dat ik de navigatietaak moet uitvoeren, maar vriendin M2 kent de weg en neemt vanaf de achterbank de honneurs waar.

Ondanks dat vriendin M1 haar rijbewijs al een tijdje heeft, zit het 'niets-zeggen-is-rechtdoor-principe' er nog goed in. Wanneer we een brug naderen, geeft vriendin M2 aan dat we na de brug direct naar rechts moeten. M1 knikt enthousiast, maar mindert geen vaart. Terwijl we met zo'n 80 kilometer per uur over de brug rijden, roept M2 nog een keer dat we naar rechts moeten. Vriendin M1 bedenkt zich niet, trapt de rem vol in en probeert naar rechts te sturen. De kont van de Volvo slingert vervaarlijk en ik zet me schrap. De vluchtheuvel komt snel dichterbij en M1 besluit gelukkig dat we de bocht echt niet gaan halen. We schieten de weg weer op en komen een paar meter verder tot stilstand op een parkeerstrook. Gierend van het lachen vervolgen we even later onze weg.

Op de terugweg, inmiddels versterkt met vriendin G., neemt vriendin M1 alle bochten volgens de regels en lijkt er geen vuiltje aan de lucht. Totdat we bij het binnenrijden van het plaatsje Veenklooster ineens een raar geluid horen. Wanneer we de auto aan de kant hebben gezet, is de boosdoener snel gevonden: de rechterachterband is zo plat als een dubbeltje. Na een kort overleg blijkt dat we alle vier geen autoband kunnen verwisselen en wordt de ANWB gebeld. Terwijl we geduldig wachten op de gele reddende engel, concluderen we dat we bovendien geen krik hebben en de band sowieso niet kunnen verwisselen.

Na 40 minuten toeristische attractie spelen in de berm, verschijnt er iets geels aan de horizon. De ANWB-man stapt hoofdschuddend uit zijn auto en is verbaasd dat geen van ons de band kan verwisselen. De kriksmoes komt ook niet helemaal goed uit de verf. De man gaat met een stoere laat-mij-dat-maar-even-oplossen-blik aan de slag en voordat we met onze ogen kunnen knipperen is de band al verwisseld en kunnen we onze weg vervolgen. Maar ondanks dat ik weer veilig thuis ben gekomen, zullen vriendin M1 en een roestrode Volvo 440 altijd een spannende combinatie blijven.

vrijdag 8 mei 2009

Meeslepend

Gehaast trek ik de voordeur achter me dicht, sprint de twee trappen af naar de fietsenkelder en zwaai de zware centrale deur open. Ik duw mijn fiets naar buiten en spring erop. Wanneer ik de straat uit fiets, valt me op dat er iets essentieels mist. En binnen een seconde dringt het tot me door: mijn auto is weg!

In mijn straat is het vaak lastig om een parkeerplekje te vinden. De ligging aan de rand van het betaald parkeren-gebied maakt onze gratis parkeren-wijk zeer populair. Vooral wanneer je 's avonds laat een plaats zoekt, ben je nogal eens genoodzaakt tot het vinden van creatieve oplossingen.

Nadat ik vastgesteld heb dat mijn auto echt weg is, bel ik in paniek mijn vader op. "Pap! Mijn auto is weg! Hij is vast gestolen!" breng ik snikkend uit. Op zijn kenmerkende kalme toon trekt hij mijn conclusie meteen in twijfel: de kans dat een groene Renault 5 uit 1989 vol met kussentjes en knuffelbeestjes gestolen wordt, lijkt hem zeer klein. Hoewel ik hier zelf nog niet van overtuigd ben, klinkt de optie dat de politie mijn auto heeft meegenomen toch iets aannemelijker. Met knikkende knieën bel ik vervolgens het politiebureau. En inderdaad: er is die ochtend een Renault 5 verwijderd uit mijn straat. Voor het luttele bedrag van 226,- euro mag ik mijn koekblikje komen ophalen. Slik.

Met lood in mijn schoenen en een gat in mijn bankrekening meld ik me even later bij het politiebureau. Na het afhandelen van de papierwinkel word ik verzocht om mee te lopen met twee agenten. Ze zullen me naar mijn auto brengen, want die staat "helemaal aan de andere kant van Groningen". Even vrees ik dat ik achter in een politieauto moet, als een echte crimineel achter de zwarte tralies. Tot mijn grote opluchting mag ik in een normale personenauto stappen.

Tijdens de rit vraag ik me af waar mijn auto heen gesleept zou zijn en hoop ik dat ik de weg naar huis kan vinden. Na een klein tijdje rijden en al luisterend naar de berichten die door komen via de mobilofoon ("Er zit een schaap vast in het prikkeldraad, we gaan er nu naar toe"), komt de omgeving me ineens heel bekend voor. Wanneer we een kleine 10 minuten later bij een loods stoppen, vraag ik me af waarom de sleepkosten zo absurd hoog waren. Mijn auto bevindt zich hemelsbreed nog geen twee kilometer van mijn huis.

zaterdag 2 mei 2009

Treinescapades

Het grote moment was gisteren daar: ik heb mijn OV ingeleverd. Officieel student-af. Het was zo'n heerlijk privilege: zonder zorgen de trein in stappen en gratis reizen naar alle uithoeken van Nederland. Een treinkaartje kopen in het weekend zorgde standaard voor een uitroep van verbazing over de prijs. Duur! En dat met 40% korting. Dat gaat nog wennen worden, voor mij en mijn portemonnee.

Het inleveren van mijn OV bracht allerlei treinherinneringen bij me boven. Daarom een kleine compilatie voor de nostalgie:

* Samen met twee vriendinnen in de trein Pringles eten. Mijn handen passen niet door de opening van de bus, die van mijn 20 cm kleinere vriendin reiken moeiteloos tot de bodem. Een oudere vrouw tegenover ons weet wel hoe dit komt: "had je maar niet zoveel Pringles moeten eten" is haar commentaar op de breedte van mijn handen.

* Telefoneren, sms-en, muziek luisteren, je mascara bijwerken, je lippen stiften, slapen en daarbij een beetje kwijlen, je haar borstelen, ontbijten. Mensen die vaak met de trein reizen voelen zich blijkbaar snel thuis in de trein en verplaatsen een deel van hun dagelijkse routine naar de coupé. Maar tijdens een reis naar Leeuwarden werd ik geconfronteerd met wel een heel smerige activiteit die echt niet thuishoort in de trein. Schuin tegenover me zat een vrouw ongegeneerd haar nagels te knippen. Yak!

* In gesprek met een 20-jarige Albertiaan die in zijn eigen woorden "ontzettend dichtgetikt" was. Tijdens de treinreis van Groningen naar Utrecht vertelde hij over zijn drukke studentenleven waarbij zijn complete weekschema op tafel kwam. Dispuut, jaarclub, toneelgroep, sporten, hij deed het allemaal. Hooghartig gaf hij commentaar op mijn mobiele telefoon, waarmee ik volgens hem alleen maar stoer wilde doen. Na al dat gepoch over zijn enorm drukke leven vroeg ik me af wie hier de opschepper was.

* Op weg naar de Randstad kwam ik in gesprek met een paar echte Westerlingen. Verbazing alom toen ze hoorden dat we wel uit het Noorden kwamen, maar én geen klompen droegen én geen koeien konden melken.

* Vertraging, treinen die plotseling stoppen middenin een weiland, dat is in Nederland al geen pretje. Maar midden op het spoor in Keulen stilstaan en geen idee hebben hoe lang het gaat duren is best vervelend. Terwijl ik mijn best deed om het snelle Duitse geratel dat uit de speakers kwam te ontcijferen, wachtte ik geduldig af tot de trein weer ging rijden. Een Duitse medepassagier kon haar hoofd echter niet koel houden. De conductrice die zo onverstandig was om zich in de coupé te begeven werd onmiddellijk overspoeld met beschuldigingen: "U berooft me van mijn vrijheid!".

Reizen met de trein doe ik dan niet zo vaak, toch vind ik het (meestal) een prettige bezigheid die ik niet wil missen. 'Legaal' even helemaal niets doen, mensen kijken, gesprekken afluisteren of lekker lezen. Gelukkig wil de NS mij ook nog niet kwijt en krijg ik gratis een kortingskaart welke een jaar geldig is. Kan ik na 9 uur nog steeds 'duur' reizen met 40% korting.