Al zes jaar woon ik onder dezelfde buurman. Zijn naam ken ik niet, maar in de loop van de jaren ken ik wel al zijn eigenaardigheden. Mijn bovenbuurman is namelijk een beetje vreemd. En dan is 'beetje' eigenlijk nog te zacht uitgedrukt.
Zo slaapt de bovenbuurman nooit. Tenminste, niet 's nachts. Hoe laat ik ook thuiskom, altijd brandt er licht. Nu zou het kunnen dat hij bang is in het donker, ware het niet dat hij 's nachts altijd aan het slepen is met spullen. Zijn flat is precies even groot (klein) als die van mij, dus je zou zeggen dat hij na zes jaar wel eens uitgesleept is. Maar nee, de bovenbuurman heeft van slepen met spullen zijn persoonlijke missie gemaakt.
En spullen om mee te slepen heeft hij genoeg. Zijn hele flat staat van boven tot onder en van links tot rechts vol met tapijtjes, televisies, lampjes, verfblikken, vaatwassers, wasmachines, kinderfietsstoeltjes, skateboards, kastjes en nog 1001 andere dingen. Om alles goed kwijt te kunnen, heeft hij een soort zolderverdieping in zijn gang gefabriceerd. Ook die verdieping is volgestouwd met spullen, net als zijn balkon en zijn schuurtje beneden in de kelder. De deur van dat schuurtje kan een heel klein stukje open: tot aan het plafond staat het vol.
Misschien is de bovenbuurman zo'n ziekelijke hamsteraar die je wel eens in documentaires voorbij ziet komen: mensen die niets kunnen weggooien en bijna uit hun eigen huis gedrukt worden door de berg spullen die ze verzameld hebben. Maar laatst zag ik de bovenbuurman af en aan rijden met zijn auto: hij was een behoorlijke voorjaarsschoonmaak aan het houden. Gisteren bleek dat deze opruimactie alleen bedoeld was voor een verse lading rotzooi, waaronder nóg een wasmachine.
Het niet slapen, de nachtelijke sleeppartijen en het wonen tussen zoveel spullen en evenzoveel stofnesten blijken een aanslag op de gezondheid van de bovenbuurman. Zo verblijdt hij mij op de meest ongewenste tijden op zeer frisse geluiden. Net wanneer ik een hap magere yoghurt met muesli naar binnen wil werken, hoor ik hem rochelend en kokhalzend boven de toiletpot hangen. En dat doet hij niet af en toe, maar wekelijks. Aangezien ik nogal visueel ingesteld ben, vergaat mijn eetlust me dan meteen.
De bovenbuurman zorgt voor meer geluiden dan alleen het bonken van meubels of het rochelen boven de pot. Hij heeft er ook een handje van om telefoongesprekken met familie in Verweggistan op volumestand 'extreem luid' te voeren. Ik vind het toch altijd een beetje zielig wanneer ik hoor dat hij 20 keer probeert te bellen en er niemand opneemt. Het harde 'tuut-tuut-tuut' is niet te missen.
Toch is het niet alleen maar kommer en kwel met de bovenbuurman. Buiten al zijn eigenaardigheden om, is het een heel vriendelijke man. Hij groet altijd en houdt de centrale deur beleefd voor me open. En dankzij de zesjarige training in nachtelijke geluiden, slaap ik bijna overal doorheen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Voor zo'n mooie vrouw zou iedereen de deur openhouden en dagelijks vriendelijk groeten ! ;-)
BeantwoordenVerwijderen