zaterdag 19 december 2009

Met de vlam in de pijp

Gisteren kreeg ik post van het RDW: tijd voor een nieuw rijbewijs. Vanaf rijles één, minuut één ben ik fan van autorijden. Ik voelde me on top of the world toen de auto daadwerkelijk naar voren ging na alle handelingen die daaraan vooraf moesten gaan. Spiegels goed afstellen, stoel op de juiste afstand, armen in de juiste hoek, handen op tien voor twee (of was het kwart over drie?), schakelen van de vrij naar de één, handrem eraf, in de spiegels checken of je de weg op kan, knipperlicht uit, koppeling langzaam op laten komen, gas geven en de weg op sturen. Elke handeling is na tien jaar automatisme geworden.

In die tien jaar tijd is er natuurlijk wel het een en ander voorgevallen. Zo heb ik eens door de berm van een 80-kilometerweg gelopen om twee wieldoppen van de auto van mijn ouders terug te vinden. Na een nachtje stappen en weinig slaap had ik de bocht te krap genomen en knalde ik op een betonnen drempel in de berm. Mijn auto schoot de weg weer op, ik schrok in één klap klaarwakker en zag in mijn achteruitkijkspiegel een wieldop horizontaal de weg over vliegen. Huilend kwam ik zonder de wieldoppen thuis, waar mijn vader nonchalant zijn schouders ophaalde: "die wieldoppen kostten nog geen 25 gulden, niets aan de hand."

Een grijze container was het slachtoffer van mijn poging tot multitasking bij het wegrijden. Tijdens het zwaaien naar mijn vader, het schakelen naar de tweede versnelling, het uitdoen van de richtingaanwijzer en het zoeken naar het aan-knopje van de radio, ramde ik de grijze container van de buren. Die vloog een halve meter de lucht in en landde in hun tuin. Gelukkig was hij leeg. Met het schaamrood op mijn kaken reed ik vlug weg en een paar honderd meter verderop, veilig uit het zicht, belde ik mijn vader of hij de container weer rechtop wilde zetten.

Een aantal jaren later ging ik met mijn zusje met de auto op vakantie naar Italië. Op een camping met aanzienlijke hoogteverschillen moest ik na een lange dag kilometers maken de auto achteruit van een parkeerplaats af rijden. Heuvel op. "Ik moet flink gas geven, anders komen we niet goed weg" zei ik nog tegen Mariska. Vervolgens duwde ik de handrem naar beneden, haalde mijn voet van de rem en gaf een dot gas. En knalde tegen de boom voor de auto. Ik was vergeten de auto in z'n achteruit te zetten.

Gelukkig heb ik nooit grote schade aan een auto, mens of dier veroorzaakt. Goed, ik heb een dood egeltje op mijn naam staan. En zijn dood betreur ik nog steeds. Maar de schade in de afgelopen tien jaar is minimaal. Mijn goede voornemen voor de volgende tien jaar: zo'n superchauffeuse blijven en goed uitkijken voor overstekende egeltjes.

1 opmerking:

  1. En gelukkig kan je je auto zelf een beetje repareren mocht er iets mis zijn ;)

    BeantwoordenVerwijderen