maandag 21 december 2009

Met mijn hoofd in de wolken

Eén meter en vijfentachtig centimeter vanaf het topje van mijn kruin tot aan de grond. Langer dan de gemiddelde Nederlandse vrouw die slechts 170,6 centimeter meet en zelfs een centimeter langer dan de gemiddelde Nederlandse man. Dat maakt dat ik mij regelmatig een reus in dwergenland voel.

Nederland lijkt op sommige punten gewoon niet gemaakt te zijn voor mij. Neem bijvoorbeeld de trein. In de vierzits moet ik uitkijken dat ik niet te intiem knietje-aan-knietje zit met de persoon tegenover mij om een genante verkeerde indruk te vermijden. Gooi ik mijn benen over elkaar, dan steek ik te ver het gangpad in. In dommeltoestand kan dit nogal eens voor pijnlijke botsingen met mijn onderbeen zorgen. In een tweezitter kan ik slechts in één stand zitten: rechtop. Niet te ver afbuigen naar de zijkant, want dan krijg ik een mooie prullenbakafdruk in mijn knie. Ook onderuitzakken is geen optie, omdat mijn benen dan klem komen te zitten. Toch lastig wanneer je de trein uit wilt: "Kunt u mij wellicht even tussen deze stoelen vandaan trekken?".

Ook pizzeria's zijn niet gemaakt voor lange mensen. Ondanks dat de restaurants vaak al generatielang in de familie zijn en de eigenaren dus echt wel weten dat de Nederlander lang is, zweren pizzaboeren bij krappe, lage tafeltjes met dito ministoeltjes. Ik voel me altijd enorm uit proportie als ik plaatsneem aan zo'n tafeltje. Charmant is anders en bij een eerste date zul je mij dan ook niet in een pizzeria tegenkomen.

In het buitenland kan ik vaak ook niet om mijn lengte heen. Vooral in Italië zijn de mannen zeer onder de indruk van mijn aantal centimeters. Wanneer er verschillende mannen naast me gaan staan en het verschil in hoogte met open mond aanduiden, voel ik me net een wandelende circusact. En bij het douchen in een hotel in Hongarije kwam de douchekop niet verder dan halverwege mijn rug en hingen mijn voeten over de rand van het bed.

Dan is er nog de kwestie: auto. Het lijkt vragen om moeilijkheden om als lange vrouw in een Japanse auto te rijden. Ik geef toe: instappen gaat niet heel makkelijk, mijn hoofd raakt het dak wanneer ik rechtop zit en ik moet bukken om het stoplicht te kunnen zien. Maar mijn Daihatsu Charade en ik zijn dikke vrienden na een kleine aanpassing waardoor de bestuurdersstoel verder naar achteren kan. Dat scheelde toch wel een paar honderd kilometer totdat ik echt mijn rechterbeen niet meer voelde tijdens de autorit naar Italië.

Ondanks het grote-vriendelijke-reus-gevoel dat zo af en toe de kop opsteekt, ben ik altijd zeer tevreden met mijn lengte geweest. Dankzij de mantra van moeder: "Rechtop lopen, schouders naar achteren" paradeer ik trots rond met elke centimeter die ik bezit.

3 opmerkingen:

  1. Nou, ik kan je met mijn 1m87 tenminste recht in de ogen kijken. Leuke blogs schrijf je! Dat benenverhaal in de trein is erg herkenbaar.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De pizzeria's hier zijn wel gebouwd op lange mensen.. kan gerust met mn beste vriendin met dezelfde lengte als jij uit eten ;)
    Maar snap best dat het allerlei problemen in vele toestanden kan opleveren.

    Maar je moeder heeft wel gelijk. Je hebt er niet om gevraagd, je hebt elke centimeter gekregen. En aangezien je een gegeven paard niet in de bek mag kijken, gewoon TROTS zijn haha :D

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Heerlijk herkenbaar!! Zullen we dan met de trein naar een leuke stad toe om vervolgens de hele middag te kletsen over dit probleem terwijl we een poging doen spijkerbroeken te vinden?;)

    BeantwoordenVerwijderen