zaterdag 12 december 2009

Murphy's Law en een treinreis naar Nijmegen

Gisteravond stond er een gezellige avond bij Marianne in Nijmegen op de planning. En omdat "Wie op tijd wil zijn, vertrouwt op de trein" de nieuwe slogan van de NS is, stapte ik vol goede moed de overvolle trein van 16.44 uur in. Als een sardientje in een blikje stond ik op het balkon, naast een jongen met een rat in een mandje. Terwijl ik op mijn horloge keek of de trein niet al lang had moeten rijden, schalde er een vrouwenstem door de trein met de mededeling dat we moesten wachten op onze machinist, welke zelf vertraging had. Er was een grote storing tussen Amersfoort en Zwolle. Dat dit het begin van een bizarre avond bleek, kon ik toen nog niet vermoeden.

Opeengepakt op het steeds warmer wordende balkon, kwamen we te laat in Zwolle aan waar ik mijn aansluiting naar Nijmegen miste. Om het leed te verzachten kreeg ik een gratis kopje koffie van de NS. Ik vond het een aardig gebaar en zonder me druk te maken over het half uurtje vertraging dat ik tot nu toe had, stapte ik in de stoptrein naar Nijmegen. Onderweg kreeg ik telefoon van Linda, die ook op weg was naar Marianne. Haar trein stond vlak voor Nijmegen stil, omdat de trein voor haar een aanrijding met een persoon had gehad. Mijn trein stond op dat moment stil bij Arnhem-Zuid. Vlak na Linda's telefoontje werd in mijn trein medegedeeld dat wij terug zouden rijden naar Arnhem, omdat ook wij niet verder mochten rijden.

Mijn rustige stemming was in een klap weg en chagrijnig begon ik hulptroepen in te schakelen hoe ik het snelst van Arnhem naar Nijmegen kon komen. Omrijden via Utrecht en Den Bosch, het voorstel van de conducteur, was geen optie. Dat zou me minstens twee uur extra reistijd kosten. Ik pakte gewoon de bus, geen probleem. Op het chaotische opengebroken station van Arnhem ging ik op zoek naar het busstation. Daar bleek ik natuurlijk niet de enige te zijn met dit lumineuze idee. Een steeds groter wordende groep mensen wachtte ongeduldig op het kleine busperron op lijn 33, die ons allen naar Nijmegen zou brengen.

Toen de bus arriveerde probeerde iedereen zo snel mogelijk een plaatsje te bemachtigen. De buschauffeur, die waarschijnlijk nietsvermoedend aan een rustig avonddienstje was begonnen, raakte acuut in paniek. Mensen zonder strippenkaart kwamen onder geen beding de bus in, anderen probeerden via de achterdeur de bus in te komen en ondertussen stond ik me op te vreten buiten de bus. De buschauffeur presteerde het om de niet betalende klanten en muiters de bus uit te werken, sloot de deuren voor de neus van de nog wachtende mensen en ging er als een haas vandoor. Mij woedend op het busstation achterlatend.

Gedeelde smart is halve smart, dus ondertussen was ik in gesprek geraakt met een jongen en een meisje. Volgens een NS-mannetje was het stoffelijk overschot inmiddels opgeruimd, we schrijven 21.00 uur ondertussen, en konden we met een beetje geluk vanaf 21.15 uur wel weer met de trein. Omdat de bus er minstens een uur over zou doen, gokten we op de trein. Dus sjouwden we terug naar station Arnhem om daar van een ander NS-mannetje te horen dat er tot minstens 22.00 uur geen treinen zouden rijden. Zucht.

Inmiddels begon het akelige gevoel dat ik Nijmegen niet zou bereiken me te bekruipen, tot mijn nieuw verworven reismaatje met het idee kwam om te gaan liften. Mijn wanhoop was inmiddels compleet, dus het leek mij een prima idee. De jongen die we op sleeptouw hadden aarzelde nog even, maar liet zich met gemak door ons overhalen. Met gevaar voor eigen leven begonnen we bij een aantal stoplichten op autoraampjes te kloppen om een rit naar Nijmegen te vinden. Net toen we dachten dat ook dit plan niet ging werken, stopte er een man met een ruime auto voor onze neus. Hij bleek inderdaad naar Nijmegen te gaan, wij mochten mee, maar hij moest eerst zijn vrouw ophalen van station Arnhem. Glimlachend om ons geluk kropen we achter in de auto, waar we op de platgelegde achterbank moesten zitten. Geen probleem, alles beter dan nog langer gestrand zijn in Arnhem.

Mieke, zo heette de vrouw van onze chauffeur. Mieke zou achter het station staan, maar daar was geen levende ziel te bekennen. Enigszins geïrriteerd voerde de man drukke telefoongesprekken met zijn vrouw om duidelijk te maken waar hij was en waar zij heen moest gaan. Omdat dit niet werkte, besloot de man de auto op de taxistandplaats te parkeren. Op een helling, in z'n vrij op de handrem, met draaiende motor. Hij stapte uit om zijn vrouw te vinden en wij wachten met z'n drieën in de achterbak geduldig af.

Opeens begon de auto een krakend geluid te maken, alsof de handrem er niet goed opstond. Na nog een paar rare kraakjes, begon de auto ineens langzaam naar achteren te bewegen. De jongen gooide zijn lijf over de voorste stoelen om de handrem verder aan te trekken. Toen dat niet hielp, probeerde hij op zijn kop onder het stuur te kruipen om met zijn handen de voetrem in te duwen. Ook dit lukte niet. Het meisje naast mij raakte in paniek en sprong de auto uit. Ondertussen had ik het achterportier aan mijn kant geopend, met de wanhopige gedachte om de auto met mijn voet af te remmen. Gelukkig kwam ik vrij snel tot de conclusie dat dat geen succes zou zijn en sloot ik de deur weer. De auto schoof verder de heuvel af, schraapte langs een fiets die tegen een lantaarnpaal aan stond en kwam tot stilstand tegen een hoge stoeprand. Trillend op mijn benen, kroop ik de auto uit.

Op dat moment kwam de eigenaar van de auto met zijn vrouw Mieke in zijn kielzog terug. Daar trof hij een auto met flinke schade, twee bibberende meiden en een jongen die probeerde uit te leggen dat hij nog probeerde te remmen aan. Bij nadere inspectie van de plaats des onheils bleek onze chauffeur zijn auto precies op een hoop ijs gezet te hebben. Hoe dat ijs daar terecht was gekomen, is nog steeds een raadsel, maar doordat de auto ook nog op een helling stond, begon deze door de gladde ondergrond te glijden. Gelukkig snapte de man dat wij niets aan deze glijpartij konden doen en was hij alsnog bereid ons naar Nijmegen te brengen.

Om iets over tienen kwam ik dan eindelijk, nog na bibberend, aan in Nijmegen. Vijf uur later, een restaurantreservering armer en een bizarre ervaring rijker, werd het met de geïmproviseerde gourmet toch nog erg gezellig.

2 opmerkingen:

  1. Ik zat in de trein van 15.44 richting Den Haag... Ik voelde de ramp al aankomen toen we in Zwolle de trein uit moesten en moesten omrijden via Deventer. Nadat ik eindelijk in Amersfoort in een normale trein kon stappen, zo ik hoopte, hoorde ik omroepen dat de intercity niet reed tussen Gouda en Den Haag. Waarop ik in de eerstvolgende stoptrein ben gesprongen. Was uiteindelijk om half 9 op mijn plaats van bestemming (verwachte aankomsttijd: 18.40). GRRRRR!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Gelukkig ben je niet de zielige familie van de persoon die onder de trein gekomen/gesprongen is... Maar ik begrijp je frustratie. Je hebt er gelukkig een leuk verhaal aan overgehouden ;-).

    BeantwoordenVerwijderen